Opinie: wanneer hulp teveel is

Wanneer hulp teveel is 

Haarlem is een stad waar mensen naar elkaar omkijken. De afgelopen jaren heb ik kennis mogen maken met veel van de vrijwillige en professionele hulpverleners die Haarlem rijk is. Of het nu gaat om het brengen van een warme maaltijd, hulp bij het invullen van formulieren of een bak koffie en een luisterend oor. Het zijn soms kleine moeites die een enorme impact hebben. Haarlemmers kunnen zo hun eigen leven blijven leiden. Dat is hulp die we moeten koesteren.

 

De gemeente Haarlem ondersteunt deze hulp ook financieel. Zorgwethouder Meijs (GL) presenteerde vorig jaar een nieuwe manier om de komende periode €64 miljoen aan welzijnssubsidies te verdelen. In een vernietigend advies constateerde de onafhankelijke Rekenkamer dat met die aanpak de effecten van de subsidies niet beoordeeld kunnen worden. Aanbevelingen ter verbetering werden genegeerd. De Haarlemse gemeenteraad deed het enige juiste en stuurde de wethouder met haar plan terug naar de tekentafel.

 

Bij poging twee mag je dan een andere aanpak verwachten. De keuze is alleen niet op de tekentafel, maar - helaas - op de achterkamer gevallen. Op verzoek van de wethouder zijn twee besloten “werksessies” georganiseerd om raadsleden voor te bereiden op een nieuw plan dat u kennelijk nog niet mag kennen. Een behoorlijk ouderwetse reflex voor een college dat zo graag vernieuwende democratie wil belijden. De aandrang van raadsleden om de wethouder te hulp te schieten kan op het eerste gezicht begrijpen. Het effect is echter dat zij zichzelf buiten het democratisch debat plaatsen. Hoe kunnen raadsleden nog geloofwaardig, objectief oordelen op voorstellen waarover ze achter de schermen afspraken maken? Daarom verzoek ik mijn mederaadsleden om deze besloten sessies in te ruilen voor openbaar debat. Heel soms kan je hulp ook teveel zijn.