Verwonderingen over keuzes van de coalitie omtrent het parkeerreferendum

De raadsvergadering van 18 april jl was geheel gewijd aan het parkeerreferendum. De referendumcommissie heeft met het oog daarop aan de raad schriftelijk advies uitgebracht. Die commissie bestaat uit onafhankelijke (ervarings)deskundigen die op voordracht van het college door de raad zijn benoemd.

De vergadering was amper begonnen of de coalitie kwam met een litanie aan bezwaren. Kort samengevat: na inspraak is een referendum niet nodig, de VVD is de initiator van het referendum, het parkeerplan is te ingewikkeld, de referendumverordening deugt niet en de VVD was in 2009 tegen. Geen valide argumenten om het referendum tegen te houden. Want 4.000 steunbetuigingen is in dit stadium het enig criterium en dat waren er 12.000!

Vervolgens kwam aan de orde de subsidie: conform advies van de referendumcommissie 30.000,-- voor het ja-kamp, 30.000,-- voor het nee-kamp en 30.000 voor de neutralen. En wat bleek? Opnieuw schitterde de coalitie door voor een groot deel tegen te stemmen. Opnieuw weinig enthousiasme bij de PvdA, D66, CDA en GL voor het referendum.

Tenslotte nog de datum. De referendumcommissie adviseert oktober ondanks aandringen op juli van, ja van wie? Want oktober biedt een ruimer tijdspad voor de organisatie en de lobby in de stad. Bovendien wordt juli beheerst door de grote vakantie. En is juli een maand die de landelijke referendumverordening ongeschikt acht. Maar dan komt de aap uit de mouw. De gehele coalitie stemt voor 19 juli! En dus wordt het 19 juli. En alweer tegen het advies van onze eigen commissie in.

Waarom die angst voor een referendum? Mag het geen succes worden? Waarom zo weinig vertrouwen in de eigen parkeerplannen? Afin volgens Diederik Mohr –eerder geciteerd in het HD- een dikke vinger naar de Haarlemse bevolking. En zo is het.