Huurders en verhuurders gesplitste woning in de problemen

In 2019 hebben wij in de huisvestingsverordening opgenomen dat voor splitsing van woningen een vergunning nodig was en dat die veelal niet zou worden verstrekt. Doel was speculatie tegen te gaan, op dat moment werden veel woningen opgekocht, opgedeeld in appartementen en voor topprijzen verhuurd.

Zelf had ik nooit gedacht dat dit invloed zou hebben op woningen die al tientallen jaren gesplitst zijn maar uit o.a. het Haarlems Dagblad hebben we kunnen leren dat handhaven van de regels rond splitsing soms buitenproportionele gevolgen dreigt te hebben voor zowel huurders als verhuurders.

Het gaat om woningen die al tientallen jaren geleden gesplitst zijn, soms al in de jaren 60, met een eigen huisnummer, aparte aanslagen voor heffingen en OZB en waarvan de bewoners keurig zijn aangemeld bij de gemeente. Persoonlijk vind ik het niet gek dat de eigenaren dachten daarmee volstrekt legaal te opereren.

Niets bleek minder waar, bij een aantal woningen in de Transvaalbuurt kwamen ambtenaren van de afdeling handhaving langs de deur en kreeg de eigenaar opdracht de woning in de oorspronkelijke staat terug te brengen.

Dat betekent dat de huurders er uit moeten. En dat is lastig, want die hebben huurbescherming en kunnen een flinke schadevergoeding eisen. De eigenaar/verhuurder kreeg van de gemeente een “last onder dwangsom” in het vooruitzicht gesteld die op kan lopen tot 45.000 euro!

Kiezen tussen twee kwaden lijkt het dan. Handhaving betekent hier dus dat huurders hun woonruimte verliezen en de kans op grote financiële schade voor de eigenaar.

Het lijkt er gezien de reacties die ik heb gekregen op dat dit probleem ook op een flink aantal andere adressen speelt.

Omdat dit volgens de VVD nooit de bedoeling kan zijn geweest van de regelwijziging uit 2019 heb ik een motie ingediend om een overgangsregeling in het leven te roepen.

Helaas, ondanks veel positieve reacties en steun van een aantal kleine partijen werd de motie verworpen.

Toch zit het ons niet lekker, dus we blijven zoeken naar mogelijkheden om hier de menselijke maat te hanteren.