Melancholie rest na Haarlems topsportdebat

Dat sport belangrijk is voor Haarlemmers, daar was iedereen het over eens. Maar 'topsport' is iets anders. Dat vraagt om veel geld en 100 procent commitment. Onvoorwaardelijk volgens de woorden van Cor van der Geest.

Maar daar wringt de schoen. Topsport bedrijven in Haarlem wordt steeds moeilijker en de gemeente kan daar weinig aan veranderen. Dat was de teneur in het Debatcafé Thorbecke dat gisterenavond gewijd was aan topsport. CDA Wethouder Snoek begon het debat met het tonen van zijn welwillendheid. Het college  heeft immers 2,5 ton vrijgemaakt voor sport. VVD raadslid Sterenberg reageerde daarop venijnig. "Er is 500 miljoen euro schuld en de wethouder maakt goede sier met geld voor sport. Dat geld is er helemaal niet". Die laatste analyse kreeg bijval uit de zaal. Cor van der Geest, die zijn geliefde judo uit de stad ziet verdwijnen, prees het college om vroegere keuzes om te investeren in cultuur. "Maar op is op. Voor andere zaken is geen geld meer, laat staan topsport. En daar moet je eerlijk over zijn". Koen van Nol, voorzitter van de Haarlemse judotrots, bood de aanwezigen perspectief. "Het gaat niet alleen om geld. Het gaat in deze tijd veel meer om samen werken met de middelen die er zijn”. Daar kan de gemeente nog steeds met kennis en passie een verschil maken." Jeroen Bovelander van Bovelander & Bovelander kwam tegen het eind van de avond, samen met andere bestuurders, waaronder Eelco van Ravenswaaij van de Koninklijke HFC en Hans Terol van Kinheim tot de stelling dat, gezien de beschikbare middelen, in Haarlem talenten gescout, getraind en klaar gemaakt moeten worden tot aan de poort.  Uiteraard werd na het beëindigen van het debat nog lang en levendig nagepraat door de vele aanwezige bestuurders. Op de valreep kwam ook nog Marloes Voskuilen verslag doen van de resultaten in het Haarlem105 sportcafé dat op dezelfde avond werd gehouden.