Begroting 2014: terugblik op vier jaar coalitie en vooruitblik naar de toekomst

We naderen het einde van 4 jaar coalitie van D66, PvdA, GroenLinks en de VVD. Ons college presenteert haar laatste begroting. Ik denk dat het goed is om eens even achterom te kijken, voordat ook wij de blik weer vooruit richten.

Terugblik

De vraag die elke coalitiepartij zich zou moeten stellen is de volgende: ligt de stad er beter bij dan 4 jaar geleden? Die vraag was makkelijker te beantwoorden als wij niet met de zwaarste crisis sinds de jaren ’80 te maken hadden gehad. De schrijvers van het coalitieakkoord hadden een vooruitziende blik: laten wij eens € 35 miljoen gaan bezuinigen. Inmiddels staat de teller op een kleine € 65 miljoen. Sommige bezuinigingen structureel, sommige bezuinigingen incidenteel: maar allemaal bezuinigingen. En waar hebben die bezuinigingen toe geleid?

Was ineens niets meer mogelijk in Haarlem? Het antwoord is nee.

Het achterstallig onderhoud is fors ingelopen. Het sociaal beleid staat op het peil van 4 jaar geleden. Er is sprake van een groot cultureel aanbod in de stad. Er is gewerkt aan een betere verkeersdoorstroming. Haarlem is nog steeds een veilige stad. De sportaccommodaties, en dat zijn er nogal wat, liggen er beter bij dan 4 jaar geleden. Er wordt nog steeds gebouwd, ontwikkeld en geïnvesteerd. Het is nog steeds goed wonen in Haarlem. Misschien is dat wel de grootste verdienste: het is nog steeds goed wonen en werken in deze stad. Het inwoneraantal groeit, en zal blijven groeien.

Waren die bezuinigingen dan zo makkelijk? Het antwoord is ja, eigenlijk wel.

Natuurlijk is er minder subsidie verstrekt, natuurlijk is er een investeringsplafond in het leven geroepen, natuurlijk is de druk op de organisatie groot, natuurlijk is er in taken en uitvoering gesneden en natuurlijk hebben wij getracht de heffingen kostendekkend te maken. Maar er is nergens sprake van een kaalslag in de stad. Blijkbaar kon het ook allemaal wel een tandje minder! En dus: we hebben € 65 miljoen euro omgebogen en de stad draait door. Het kon dus allemaal. Haarlem en de Haarlemmers zijn veel veerkrachtiger gebleken dan mensen weleens denken.

Houdt dat dan in dat de VVD onverdeeld positief is? Het antwoord is nee.

In de ogen van de VVD had er meer moeten gebeuren om de stad duurzaam financieel gezond te houden. Ik herinner u aan het initiatiefvoorstel van de VVD om de schuld in ieder geval aan een norm te laten voldoen. Daar stonden wij alleen in. Gelukkig gaat de ingezette investeringsklem wel renderen: de schuld gaat dalen. Overigens is dat geld niet verdwenen maar zijn er waardevolle projecten mee gefinancierd, denk aan infrastructuur en onderwijshuisvesting. Geen weggegooid geld. De stad moet zich blijven vernieuwen. Het financieel op orde brengen van de stad is niet zo makkelijk gebleken in tijden van bezuinigingen. Er zijn overschrijdingen geweest op alle terreinen en in alle portefeuilles. Soms leek het erop alsof de wethouder van financiën wel de sleutel van de schatkist had, maar dat de heren collega’s allemaal een illegale kopie hadden laten maken. Ik herinner u bijvoorbeeld aan het Stationsplein of de budgetoverschrijdingen 2012 die de Raad achteraf moest autoriseren.

In onze ogen is het college collectief verantwoordelijk voor een goede uitvoering van het coalitieakkoord. Onze wethouder vervult daarin een zware rol, die hem misschien niet de populariteitsprijs oplevert, maar die wel laat zien dat de VVD haar verantwoordelijkheid voor het welzijn van deze stad serieus neemt. Dat leidt tot extra bezuinigingen en natuurlijk het programma ‘Haarlem presteert beter’. En over dit programma ‘Haarlem presteert beter’ zijn wij zonder meer positief. Wij zien, en dat werd in de commissie bestuur door velen onderschreven, aanzienlijk verbeteringen in de interne organisatie en de interne beheersing. We hebben afscheid moeten nemen van veel medewerkers in de organisatie (ongeveer 150 FTE). Dat doet pijn maar is onvermijdelijk. Maar het toont wel aan dat er daadkrachtig wordt hervormd. ‘Haarlem presteert beter’ heeft ook bereikt dat de externe inhuur is gehalveerd, een uitdrukkelijke wens van de VVD, en dat er significante verbeteringen zichtbaar zijn in het beheer van de vastgoed portefeuille. 

In de ogen van de VVD wordt er teveel gefocust op lastenverzwaring. De woonlasten zijn inmiddels bijna 10% hoger dan het gemiddelde van de grote gemeenten. Hier is een grens bereikt. Maar ook de indicator over het onderhoud staat in het rood. Nu we voor enkele tientallen miljoenen aan achterstallig onderhoud hebben weggewerkt staat de VVD erop dat we nooit meer verzeild raken in die hopeloze positie. Dat moeten we als Raad ook niet laten gebeuren. Kan wethouder Mulder aangeven hoe hij hier tegenaan kijkt? Niet onverdeeld positief, maar het voorlopig eindoordeel luidt wel: onder extreem moeilijke omstandigheden, soms van buitenaf, maar vaak ook van binnenuit, hebben de coalitie en het college de stad in wat rustiger vaarwater kunnen brengen. We zijn er nog niet, daarover straks meer bij de vooruitblik, maar de VVD voelt wat positieve energie terugkomen.

Vooruitblik

In 2013 en in 2014 worden opnieuw bezuinigingen doorgevoerd. 6 miljoen in 2013 en 7 miljoen in 2014. Dat is nodig en dat kan. De VVD steunt deze bezuinigingen. Maar dat is niet genoeg. We gaan ook nog over naar een takendiscussie. Die wordt natuurlijk spannend en de VVD is blij dat die gevoerd gaat worden. Linksom of rechtsom krijgen wij onze kleinere efficiënte overheid: ‘Never waste a good crisis’. Wij zullen uiteraard inzetten op bepaalde speerpunten.

  • De lasten eerlijk verdelen: dus niet de OZB blijven verhogen of de autobezitter uitknijpen, maar kijken wanneer het kantelpunt is bereikt van de lastendruk. Het bedrag aan kwijtschelding is inmiddels opgelopen tot 1,2 miljoen.
  • Er eindelijk eens voor zorgen dat het verkeer om de stad heen rijdt in plaats van erdoor: de oostelijke randweg.
  • De stad moet schoon, heel en veilig blijven: het onderhoud moet goed beheerst worden.
  • En uiteraard onze verworvenheden zoveel mogelijk behouden: culturele podia of sportaccommodaties, een buitenzwembad of een afgelegen fietspad: je gaat niet iets sluiten of niet meer onderhouden wat je voor de eeuwigheid kwijt bent.
  • Eindelijk eens echt aan de slag met ‘nut en noodzaak’. Behouden wat je hebt is nu belangrijker dan een nieuwe fietsbrug door een groen park.
  • Verder wil de VVD voortgang maken met ontwikkelingen die maar niet van de grond lijken te komen, en dat heeft niets met de crisis te maken. We noemen de Brinkmann, Nieuwe Energie, Schalkstad, Zijlsingel, het Slachthuis of Koningstein. Kan wethouder Cassee aangeven wat hier eigenlijk steeds misgaat? Waarom moet dit allemaal zo stroperig?
    (sociaal domein)

Over niet al te lange tijd bestaat de gemeentebegroting voor 50% uit het sociale domein. Wanneer je niet in staat bent als Raad om kritisch te kijken naar deze post, met andere woorden wanneer je niet bereid bent ook hier kritisch naar je uitgaven te kijken of verbeteringen door te voeren, verdring je feitelijk de andere sectoren: dan krijgt cultuur de klappen, veiligheid & handhaving, sport, participatie, onderhoud, beheer. Er vindt dan verdringing plaats binnen de begroting. En worden wij één grote welzijnsorganisatie. De decentralisaties betreffen grote operaties. Wanneer je kijkt naar de jeugdzorg dan zegt de VVD: ja het gaat om kwaliteit en ja het gaat om continuïteit van zorg. Maar het gaat ook om geld. Nu te duur inkopen betekent vele jaren te veel betalen. En duur is niet perse goed. Nog niet zo lang geleden verdiende de directeur van een grote zorgaanbieder in Noord-Holland, OCK ’t Spalier, meer dan 2 ton per jaar. Dat vertaalt zich door in de zorgproducten. Bij goede aanbesteding en openstaan voor nieuwe aanbieders is voordeel te behalen.  Dan hou je geld over. Dat kan! Het kan beter én goedkoper. Zijn de betrokken wethouders Nieuwenburg en Van der Hoek het met de VVD eens dat het beter en goedkoper kan? En gaan zij daar vol voor? Staan zij open voor vernieuwing?

Onlangs raakte ik in een wat merkwaardig debat verzeild in de commissie Samenleving. Het ging over huiswerkbegeleiding. De heer Nieuwenburg, PvdA, is van zins om mensen die een tegemoetkoming krijgen bij huiswerkbegeleiding een eigen bijdrage te vragen van 5 euro per uur. De gemeente betaalt de rest. Precies conform de opdracht die deze Raad de wethouder gaf in ‘Samen voor elkaar’. Nee zeggen alle partijen die over elkaar struikelen om sociaal te zijn: dat mag niet want dat is asociaal, dat kunnen ze helemaal niet betalen. De gemeente moet de huiswerkbegeleiding gratis maken. De VVD ziet dat anders. Het college signaleert een probleem (huiswerkbegeleiding kan te duur zijn voor sommigen) en komt met een bedrag van € 100.000 om die mensen te helpen. Honderdduizend euro. Alstublieft. Voor u. We maken het u makkelijker. Een tegemoetkoming in de huiswerkbegeleiding kost de gemeenschap geld. Dan vinden wij een eigen bijdrage van 5 euro redelijk. Wij geloven  niet in gratis diensten. Wij staan voor een activerend minimabeleid. Wij steunen het voorstel van de PvdA wethouder dan ook. Kan de heer Nieuwenburg aangeven wat hij sociaal vindt: zijn voorstel of het voorstel van de PvdA-fractie? Vindt hij zichzelf asociaal? Overigens voorzitter, waren tenminste twee partijen het met de VVD eens. Maar zij durfden op dat moment niets te zeggen.

Ik gebruik dit voorbeeld om te illustreren dat het denken van sommige fracties in deze Raad over het sociale domein tot verstarring kan leiden. Partijen struikelen over elkaar heen van de goede bedoelingen maar het kan nooit een tandje goedkoper. Want dat is niet sociaal. Dat zij vervolgens de benodigde middelen toch wel binnenharken via OZB, heffingen of parkeertarieven, daar hoor je ze niet over. Je kan het altijd nog kwijtschelden. Het wordt tijd de oogkleppen af te gooien. Een goed en efficiënt sociaal domein is integraal van karakter en onderdeel van de beleidsvrijheid van het college: daar horen geen schotten in en daar mag geen hek omheen.

Afrondend

Alles afwegend is de balans positief. Geen makkelijke jaren, eigenlijk tropenjaren, maar langzaam maar zeker worden de effecten van ons beleid zichtbaar.

De laatste vraag die wij onszelf stellen: had een andere club het beter kunnen doen? Het antwoord is nee.

Door de beperkingen van de crisis is de bewegingsruimte voor deze coalitie klein geweest. Een ander team had hoogstens kleine andere accenten kunnen zetten. En geloof me, dat weet de voltallige oppositie ook. Het coalitieakkoord, en ik zei het bij de kadernota ook al, is een goed akkoord gebleken. Een liberaal akkoord. En dat is precies wat deze stad nodig heeft.