Voor raadsleden van partijen die deelnemen aan de coalitie kan een beperking van hun controlerende taak liggen in het coalitieprogramma. Afspraken gemaakt bij de vorming van de coalitie, veelal het resultaat van uitruil en/of gesloten compromissen. Anders ligt dat bij de vrije kwesties; onderwerpen die niet zijn geregeld. In vrije kwesties mag je van alle raadsleden verwachten dat zij hun controlerende taak ten volle uitvoeren. En dus niet schromen om wethouders van hun eigen partij of van coalitiegenoten aan een scherpe controle te onderwerpen.
Wat blijkt na twee en een half jaar coalitie D66, PvdA, GL en CDA in Haarlem? Ook in vrije kwesties schermen de coalitiepartijen angstvallig hun wethouders af, nemen geen standpunt in en blokkeren elke kritische besluitvorming. Zij hullen zich in stilzwijgen of verschuilen zich algemeenheden zoals “wij hebben vertrouwen in de wethouder, de wethouder heeft ons overtuigd, het is niet nodig, wij zijn niet boos”. Vooral geen kritiek op eigen wethouders. Statistisch gezien is dat toch onmogelijk? En ondertussen schieten deze raadsleden in hun controlerende taak tekort. Waar is die ‘eigentijdse democratische stad’ uit het coalitieakkoord? Waar is het dualisme?