Op 13
februari was Joris uitgenodigd om bij De Pletterij in debat te gaan over het
toerisme in de stad. Een inleiding vanuit de Raad voor de Leefomgeving een een
toerisme deskundige zorgde al snel voor tegengestelde beelden. Enerzijds omarm
het en regel de randvoorwaarden, anderzijds beperk het nu het nog kan.
De groei van
het toerisme in de regio is een lastig fenomeen. Enerzijds plukken de vele
ondernemers in de detailhandel en horeca daar de vruchten van, om maar niet te
spreken van de culturele instellingen. Anderzijds zien bewoners in de omgeving
meer druk op straat en voorzieningen. Sommigen ervaren dit als inbreuk op hun
leefomgeving, anderen bieden de toeristen kopjes koffie aan. Feit is dat dit
wel in harmonie moet blijven en daar is op vele vlakken juist de gemeente een
grote spelleider in. Door te zorgen voor weinig zwerfvuil, een goed onderhouden
openbare ruimte, bereikbare/ brede trottoirs, goede bewegwijzering en kritisch
zijn in het kader van uitstallingen en ongebreidelde groei.
Een oproep
als 'we willen minder toeristen' is leuk voor de bühne, maar uiteindelijk niet
relevant. U laat u tenslotte ook niet direct leiden als u een land bezoekt, u
kiest ook uw eigen weg. U gaat ook naar dat prachtige authentieke plein met die
fantastische kerk voor in ieder geval een foto en een cappuccino. U zoekt ook
die kleine monumentale straatjes op om er doorheen te slenteren en de sfeer te
proeven. Daarin is niets de mens wereldvreemd.
De VVD zet dan ook niet in op minder toeristen, maar juist op een goede
stroomlijning en goede randvoorwaarden. Niet alleen vanuit de gemeente maar
juist in samenspraak met de bewoners van het gebied, met de ondernemers, met de
culturele partners om tot een goed gewogen afweging te komen. De stad leeft
niet volledig vanuit zichzelf, daar hebben we al deze partijen voor nodig, ook
de toeristen.