In de discussienota werden drie vragen gesteld. De eerste vraag ging over de cliëntondersteuning, volgens de PvdA en GL zou een vertrouwenspersoon nadrukkelijk onderdeel uit moeten van de definitie van onafhankelijke cliëntondersteuning. Daarom volgde in de raad dan ook de motie ‘Vertrouwenspersoon als cliëntondersteuning’. Een volgens de VVD totaal overbodige motie omdat het college momenteel hard werkt aan het vergroten van de bekendheid van de cliëntondersteuning en de definitie daarvan. Zaken afdwingen middels een motie loopt daarop vooruit en geeft geen blijk van vertrouwen in de verantwoordelijk wethouder. De motie gesteund door de PvdA, GLH, SP, AP en CU werd gelukkig verworpen.
Daarna volgde de motie ‘Laat zien hoe je leert’. Deze motie volgde ook naar aanleiding van de discussienota. De indieners vragen het college om expliciet te beschrijven hoe het leren van casuïstiek structureel ingebed wordt in de ambtelijke organisatie.
Wat de VVD betreft zitten de partijen hiermee helemaal op de verkeerde stoel. Het lijkt zelfs op een motie van wantrouwen naar het ambtelijk apparaat. Dit terwijl de ambtenaren sinds de transitie binnen het sociaal domein hard werken aan het transformatieprogramma en ons daarvan proactief op de hoogte houden. Zo worden er juist regelmatig overleggen ingepland en hebben wij zelfs als raad meegedaan aan casuïstiek besprekingen. Binnen de commissie wordt vaak het credo ‘vertrouwen in de professional’ gepredikt. Nu gaat de VVD er vanuit dat er bij de gemeente ook professionals aan de transitie werken. Toch is het vertrouwen er vanuit de partijen die de motie indienden kennelijk niet in deze professional. Daarnaast hebben wij een wethouder die verantwoordelijk is voor de coördinatie binnen het sociaal domein. Kennelijk heeft men ook daarbij niet het vertrouwen dat zij toeziet op kennisdeling. De VVD noemde het een lege huls, twee partijen die hun plasje willen doen. Helaas werd de motie alsnog aangenomen.
Tot slot werd de motie ‘Onderzoek aansluiting bij de Gemeentelijke Ombudsman’ ingediend. Waarin het college wordt verzocht om de mogelijkheden te onderzoeken van aansluiting van Haarlem bij de gemeenschappelijke regeling ‘Gezamenlijke Ombudsman metropool Amsterdam’ per 1 januari 2018. Nu is de VVD niet per definitie tegen een ombudsman maar de VVD heeft wel bezwaren tegen de gang van zaken. Het begint tot de mores van enkele partijen te behoren om zonder onderbouwing of grondig onderzoek het college om onderzoek te vragen naar het door hun gewenst beleid. De geldkraan wordt opengezet maar wordt nooit ergens een tikje teruggedraaid. De verantwoordelijkheid voor een financiële onderbouwing en het maken van keuzes leggen ze daarbij ook totaal bij het college. Een soort ‘rupsje nooit genoeg’ gedrag. Daarnaast dienen dit soort voorstellen voorafgaand aan een onderzoek volgens de VVD beter besproken te worden in de commissie inclusief feedback van de wethouder. Dan kan daar voorafgaand aan de raad overleg over plaatsvinden in de fracties.
Vanuit de Commissie Samenleving gebeurt het meer en meer dat verstrekkende moties zonder beraadslaging in de commissie worden ingediend in de raad. Hierdoor verliezen wij als commissie het overzicht van de gevolgen van deze beleidsvorming op kleine schaal en verliezen we het totaaloverzicht steeds verder uit het oog. In het sociaal domein zal dat uiteindelijk alleen maar problemen opleveren met conflicterend beleid.
De PvdA en GroenLinks hebben in de raad aangetoond maar al te graag een plasje te willen doen over het sociaal domein met quick fixes en quick wins. Of de stad er nou echt beter van wordt dat doet er niet toe, er moet gescoord worden. Er wordt geschoten met lege hulzen. De VVD gaf dan ook aan voortaan ook net zo goed een klappertjespistool mee te kunnen brengen naar de raad.
Dus op de vraag ‘vertrouwen in de professional of toch liever scoren?’ kan de VVD beantwoorden dat wij dat vertrouwen hebben maar andere partijen zouden eigen politiek gewin iets minder vaak boven het algemeen belang moeten stellen. Wij zitten er immers uiteindelijk allemaal voor de stad en niet om te scoren.