Bouwend Haarlem organiseerde een bijeenkomst
Bouwend Haarlem organiseerde een bijeenkomst om van gedachten te wisselen over de “Mobilitietstransitie”. Twee experts vertelden hun verhaal.
Mooie historische steden, een rustiek polderlandschap en een ruim werkaanbod: de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is een aantrekkelijke en veelzijdige regio. Ruim 2,4 miljoen mensen wonen hier. De economie groeit flink en dat trekt nóg meer bedrijven en mensen aan. Tussen 2017 en 2040 komen er zelfs nog 250.000 woningen bij.
Deze verstedelijking biedt kansen, maar heeft ook een schaduwzijde. De wegen en het openbaar vervoer hebben hun grenzen al bijna bereikt. De uitdaging is om in deze dynamiek een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat te behouden. Dat lukt alleen door goed samen te werken. Daarom slaan Rijk en MRA-regio de handen ineen met het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid.
Aldus programmamanager Lennart Salemink. Niet onverwacht, maar toch een beetje teleurstellend was dat er nog geen concrete plannen zijn voor een Kennemertunnel of een Lightrail naar Schiphol en de Zuidas. De focus voor onze directe omgeving ligt op dit moment op het Rottepolderplein.
Het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid bepaalt de ambities voor bereikbaarheid tot 2040 en werkt deze uit in een stappenplan. Met prioriteiten, maatregelen en een heldere taakverdeling, zodat duidelijk is langs welke weg de komende jaren vooruitgang wordt geboekt. Joris en ik hebben bij Lennart nog een keer onze wensen onder de aandacht gebracht. We wachten af!
Mobility as a Service
Raymond Gense van “Pon Next Urban Mobility” vertelde over Mobility as a Service, kortweg MaaS. Pon is bekend van Volkswagen en natuurlijk als importeur van uw Lamborghini, maar is ook producent van fietsen en eigenaar van Greenwheels.
Het begrip MaaS wordt momenteel gebruikt als een soort verzamelnaam voor een verscheidenheid aan technologische oplossingen rondom multi modaal reizen. Volgens Gense is er dringend behoefte aan een meer concrete invulling van het begrip MaaS. De aankomende periode zal daarom gebruikt moeten worden om de eerste MaaS-achtige oplossingen in Nederland operationeel in gebruik te nemen. Hierdoor raken alle betrokken stakeholders meer vertrouwd met de praktische en operationele aspecten van een MaaS oplossing. Daarnaast geven pilot projecten het inzicht in de eerste ervaringen van reizigers, op basis waarvan MaaS weer kan worden doorontwikkeld.
Er zijn veel mogelijkheden, maar de eindgebruiker van een MaaS oplossing moet de noodzaak om zijn mobiliteitsgedrag te veranderen echt daadwerkelijk inzien om MaaS succesvol te laten zijn, bijvoorbeeld in een verkorting van de reistijd, een financiële besparing of een meer plezierige ervaring waarbij verschillende modaliteiten naadloos op elkaar aansluiten.
MaaS-achtige oplossingen zullen volgens Gense in de aankomende 5-10 jaar steeds verder worden doorontwikkeld tot een punt waarop mobiliteit in grootstedelijke gebieden dermate collectief beschikbaar is, dat de stedelijke inwoner ook zonder het bezit van eigen voertuigen efficiënt kan reizen. Hij ziet daarbij meerdere MaaS oplossingen voor zich die onderling verbonden zijn. En dat onderling verbinden is één van de grote uitdagingen. En ook logistiek zijn er uitdagingen. Zo zijn er mensen die een elektrische auto leasen, maar in de schoolvakantie willen die allemaal tegelijk een stationcar met benzinemotor om naar de wintersport te gaan. En waar haal je die auto’s dan vandaan? Kortom, er zal nog heel wat water door het Spaarne stromen voor we allemaal onze auto hebben vervangen door een mobiliteitspas.