Gedurende het gehele proces zijn er een aantal zaken niet goed geregeld door de gemeente Haarlem. Er is destijds o.a. geen gezamenlijk contract getekend om dit financieel te regelen. Er is veel eenzijdig vanuit de gemeente Haarlem opgelegd aan de Reddingsbrigade o.a. de hoogte van de compensatiesom voor de nieuwbouw. Daarover is nu jaren later nog steeds geen overeenstemming.
Wat zeker ook niet handig is geweest is dat er bij de verplaatsing door de gemeente opgelegd is, dat de “huur” voor de containers op de tijdelijke locatie van de compensatiesom af werd gehaald. De gemeente zag deze afspraak als “een prikkeling” voor de Reddingsbrigade om zo snel mogelijk tot nieuwbouw over te gaan. Deze huur lag trouwens aanzienlijk hoger, dan wat de Reddingsbrigade op de oude locatie kwijt was. Op de oude locatie betaalde de Reddingsbrigade E 2000,- ex nutsvoorzieningen per JAAR. En op de tijdelijke locatie ging de Reddingsbrigade E 3000,- per MAAND betalen ex nutsvoorzieningen. Het is duidelijk, dat de Reddingsbrigade dolgraag naar een nieuwe locatie wilde, maar dat zij daar wel vooral afhankelijk was van de gemeente, qua procedures, eisen enz.
Er volgde vele jaren vertraging (gedoe vanwege het zoeken naar een nieuwe locatie, aanvullende bouweisen voor de nieuwe locatie, geen overeenstemming over de compensatie)
Daarbij waren er sinds het begin 6 verschillende projectleiders en diverse wethouders vanuit de gemeente Haarlem verantwoordelijk voor het project. Elke nieuwe projectleider en nieuwe eis betekende weer maanden vertraging en dus maanden extra hoge huur, die van de bouwsom afgingen. Gevolg hiervan was wel dat de bouwsom steeds kleiner werd.
De Reddingsbrigade heeft in de loop van de tijd alles geprobeerd om de bouwkosten te verlagen en om andere financiële middelen te regelen. Maar op een gegeven moment wordt de bodem bereikt en dat punt is nu aangebroken.
Zonder de nieuwbouw houdt de Reddingsbrigade op te bestaan. Zij hebben juridisch advies gekregen om een opheffingsvergadering te gaan voorbereiden. Op zich is dat feit al ernstig genoeg.
Daarbij komt ook dat de nieuwbouw van de Reddingsbrigade financieel verbonden is aan de nieuwbouw van het Spaarne en Dynamique die ook plaatsvinden op Schoteroog. Mocht de reddingsbrigade wegvallen dan zal dit negatieve gevolgen hebben voor het dragen van de gezamenlijke kosten met alle gevolgen van dien voor de andere 2 partijen.
- In 2008 geeft wethouder Divendal al in een brief aan bij de risico’s dat de tijdelijke en definitieve huisvesting van de Reddingsbrigade hoger zijn dan geraamd.
- In 2011 geeft wethouder Cassee aan de kwestie snel af te gaan handelen.
- Deze week nog een gesprek heeft plaatsgevonden met wethouder Van Spijk waarin geen oplossing is geboden voor deze kwestie.
De kwestie is nu na vele jaren echt nijpend geworden. De VVD heeft tijdens deze week een initiatief genomen om met hopelijk de steun van andere partijen en het College van B&W tot een oplossing te komen. Dat lijkt ons een kwestie van behoorlijk en betrouwbaar bestuur. Langer wachten is na al die jaren nu niet meer mogelijk.