Kadernota 2022: weinig nota, wel een kader?

Op 5 juli behandelde de gemeenteraad de door het college van GroenLinks, PvdA, CDA en D66 opgestelde kadernota 2022. De kadernota is de opmaat naar de begroting voor 2022. De raad besluit immers welke kaders er gelden voor die begroting. Is dat deze keer gelukt? Lees hier de inbreng van fractievoorzitter Wouter Rutten.


Voorzitter,

De kadernota – nog meer een brief dan de kaderbrief van vorig jaar – is beknopt. De bijdrage van de VVD zal dat ook zijn. De hoofdboodschap is immers duidelijk: onzekerheden, onzekerheden en nog eens onzekerheden en dus pas op de plaats. De VVD vindt dat een prima uitgangspunt. Eerst meer zicht op de coronacompensatie, de algemene uitkering en op het terrein van WMO en Jeugd.

Steun van de VVD voor de gekozen richting. Maar niet zonder een aantal kanttekeningen en vragen.

Om te beginnen bij het sociale domein. Het college kiest ervoor om de verwachte stijging van de zorgkosten niet structureel te begroten. Dankzij de motie van de VVD gebeurt dat wel een jaar vooruit, maar wij pleiten ervoor dat dat meerjarig zou moeten. Daarbij is het goed dat het begrotingsrisico van 9 miljoen in beeld is, maar het college plant uitgaven in waarvoor er geen dekking is. Gevolg is het ontbreken van uitgesproken ambities. Besluitpunt 3.7 is om met betrekking tot de stijgende uitgaven jeugd en WMO en de onzekerheden aan de inkomstenkant niet te besluiten tot het nemen van nieuwe maatregelen maar de noodzaak hiervan af te wegen bij de begroting voor 2022. De vraag is wat half jaar of langer wachten kost. De taakstellingen in de jeugdzorg is vanaf 2022 ruim 4 miljoen per jaar. Met maatregelen, zoals budgetplafonds, is 2 miljoen ingevuld. De andere 2 miljoen moet nog worden ingevuld.

En dan het fysieke domein. Het college stelt een tactisch beheerder aan. Dat is op zich prima, maar de kosten worden gedekt uit de onderhoudsbudgetten openbare ruimte. Daar zijn die budgetten niet voor, voorzitter. Die zijn voor het onderhoud. En dat is hard nodig gezien de oplopende onderhoudsvoorraad. We zijn niet tegen een tactisch beheerder, maar de dekking moet elders gevonden worden. Hetzelfde geldt voor de 2 FTE zonemanagement Spaarnesprong die feitelijk uit de reserve groei worden gefinancierd. Die is daar niet voor. Daar heeft u de in de kadernota 2019 structureel beschikbaar gestelde E 2 miljoen voor de meest urgente capaciteitsknelpunten voor. Daarom amendement. ‘dekking elders’.  En nou we toch aanbeland zijn bij wat rariteiten, willen we ook weten waarom het college geen exploitatiebudgetten raamt voor de nieuwe fietsenstallingen. We bouwen een stalling en we zien wel wat het kost? Of zien we iets over het hoofd? Graag reactie van het college.

Onze eigen organisatie en efficiëntie, of meer specifiek: het ambtelijk apparaat in relatie tot de groeiambitie. Kan het college verklaren waarom ondanks de uitbreiding van de formatie met meer dan 16 FTE in het fysiek domein de woningbouw nog steeds vertraging oploopt door gebrek aan menskracht? 

Voor wat betreft duurzaamheid en de duurzaamheidsbegroting kan ik kort zijn, daar stemmen we mee in. En dan, tot slot, het belangrijkste beslismoment in deze kaderbrief. De differentiatie in de afvalstoffenheffing. Het is goed dat dit verandert. De VVD is van mening dat hoe groter het huishouden is hoe meer afval er wordt geproduceerd dus hoe meer je moet bijdragen. Het voorstel dat nu voorlight is echter niet wat we wilden, dus steunen wij het amendement dat het CDA mede namens ons indient later vanavond.

Tot zover de kaderbrief, voorzitter. Maar er is meer. We moeten het nog het hebben over het coronaherstel en natuurlijk de financiële toekomst van onze stad.

De VVD vindt het goed dat het college oog heeft voor het bevorderen van het herstel na corona, maar begrijpt niet zo goed dat de nota uit lijkt te ademen dat iedereen nu hulpbehoevend is. Voorzitter, de meeste Haarlemmers pakken de draad weer op. Hebben nieuw werk met herwonnen energie, zetten zich ten volle in en zitten helemaal niet op u te wachten. En voor de mensen die hulp nodig hebben moeten we er zijn. Dat is onze taak. Daarover heeft u in het jaarverslag p5 al uitgebreid verslag van gedaan. Zet dat door. En help de mensen ook door hen de ruimte te bieden. Dus als u budgetten ter beschikking stelt voor evenementen, acties, bijeenkomsten en de culturele instellingen om de stad weer tot leven te brengen, kom dan niet met papieren tijgers van vergunningsaanvragen, ondersteuningsaanvragen, veiligheidsscans et cetera. Help de ondernemers in de stad door versoepeling van regels zoals het toestaan van functiemenging. De VVD vraagt zich overigens af of het gereserveerde budget nu volledig gealloceerd moet worden. Wat ons betreft zetten we de eerste 5 ton in voor 2021 – we zijn al halverwege en houden we de andere 5 ton achter hand voor eventuele extra impulsen. Als die niet nodig blijken te zijn kunnen we het geld mooi gebruiken voor lastenverlaging. Daar worden Haarlemmers ook blij van, voorzitter. Want de hoogte van de woonlasten blijft zorgelijk. Graag reactie van het college.

En als we het over die lasten hebben, kom ik als vanzelf bij de financiële toekomst van de stad. Want hoewel de jaarrekening positief was, de kadernota behoedzaam, de wethouder financiën voorzichtig, weten we niet hoelang dit goed blijft gaan. De begroting die in november voorgelegd zal worden zal uiteraard meerjarig sluiten het nieuwe college zal de handschoen moeten oppakken met een nieuw collegeprogramma met financiële doorrekeningen. Maar toch. Liever hadden wij vandaag al richting gegeven aan de houdbaarheid van de financiële toekomst van Haarlem. Maar het is overduidelijk dat de benodigde informatie daarvoor ontbreekt. We zien daarom met belangstelling uit naar het financieel kader dat begin volgend jaar wordt opgeleverd.

En daarmee, voorzitter, komen we terug bij het begin: onzekerheden, onzekerheden en nog eens onzekerheden. En dus pas op de plaats.