Frits Bolkestein zei het al: wanneer men begint te klagen over de toon van het debat, zijn de argumenten op. En dat is precies wat gebeurde in het raadsdebat over het verleden van de heer Cassee: veroordelingen wegens wanbeleid en het verduisteren van overheidsgeld, het niet melden van nevenfuncties, een brief van het college waarin pertinente onwaarheden staan en vooral heel veel ontwijkend gedrag.
Op de eerst plaats was daar mevrouw Pippel, fractievoorzitter van D66. Zij vond dat het debat ‘niet zo gevoerd moest worden’ maar gaf niet aan hoe dan wel. Een kritisch noot over de heer Cassee bleef uit en ze zei enkel dat hij een goede wethouder is. Mevrouw Huysse van GroenLinks deed hetzelfde, alleen gaf zij en passant de media de schuld en iedereen die met de media praat. Debatteren doe je in de raadzaal, maar inhoudelijk bleef het ook hier oorverdovend stil. De heer Van Driel van het CDA maakte het wel heel erg bont: in plaats van maar één enkele kritische opmerking richting de heer Cassee, was het volgens hem toch vooral aan de raad zelf te wijten: hadden wij niet beter door moeten vragen? Erg merkwaardig om de raad verantwoordelijk te maken voor de verzwegen daden van Cassee die door SP en VVD in de openbaarheid zijn gebracht.
Faillissementsverslagen, verslagen van rechtbank, gerechtshof en de NMA mogen toch als objectieve oordelen worden beschouwd. Feiten dus. Door de VVD en de SP gecontroleerd en naar voren gebracht in het debat om hier een politieke betekenis aan te geven. Maar geheel genegeerd of weggewuifd door de coalitiepartijen. In plaats van klagen over de toon van het debat zouden zij zich de vraag moeten stellen: hebben wij überhaupt nog wel enig kritisch inzicht?
De burgemeester deed ook een duit in het zakje met zijn sturende rol: hij nam niets terug van de collegebrief die vol staat van onjuistheden en wil geen anonieme brief openbaar maken waarop hij zich wel beroept, maar waarvan hij ineens stelt ‘deze niet te hebben’. Het college staat vierkant achter de heer Cassee. Waarvan akte. Wel stelt hij in het Haarlems Dagblad voor eens met de raad met een glas wijn om de tafel te willen zitten om over omgangsvormen te spreken.
Grote uitzondering was raadslid Van Zetten van D66. Zij steunde de motie van wantrouwen die was ingediend door VVD en SP. Met een vlammend beroep op Van Mierlo die juist een einde wilde maken aan achterkamertjes en regentesk beleid, liet zij zien waar D66 onder haar leiding wél voor stond: transparantie en openheid in het debat.
Door Rob de Jong, Fractievoorzitter VVD Haarlem