Het college van burgemeester en wethouders heeft vorige week een presentatie gehouden over ‘sturen in de begroting’. Het ging erom dat de gemeente er extra taken bij krijgt en dat je goed moet weten waar je je geld aan uitgeeft.
Veel partijen willen een hek om het sociaal domein: dat betekent dat zij elke geldstroom waar maar een woordje sociaal in voorkomt, willen reserveren voor sociale uitgaven. Tegelijkertijd kennen juist die sociale uitgaven veel open einde regelingen en dat betekent weer dat er geen stop op zit. Het gevaar is overduidelijk: de sociale uitgaven worden al snel onbeheersbaar en als er zich problemen voordoen gaat dit ten koste van onderhoud, cultuur, sport, wegen en fietspaden en natuurlijk weer voor de lasten van de burger.
De VVD kiest anders. Wij kiezen voor sturen aan de voordeur. Dat houdt in dat wij bij elke geldstroom, die wij van het Rijk ontvangen, een integrale afweging willen maken waar we het aan besteden. Maximale vrijheid dus voor de gemeente. Zo kunnen wij sturen op waar de nood het hoogst is en waar het geld het beste tot zijn recht komt. Dat heet sturen aan de voordeur. Dat voorkomt tegenvallers, meer schuld en hogere lasten.
Het klinkt logisch maar het is wel een trendbreuk.